Geplaatst op
Buiten wandelen in de winter met je hond kan leuk en vermakelijk zijn, vooral als er sneeuw ligt. Maar als er sneeuw ligt, kan je hond ook gevaar lopen. Met de onderstaande tips bereid je je hond voor op de winter en maak je de kans op ongelukken veel kleiner.
Houd rekening met je hond
Sommige honden zijn gevoeliger voor kou dan andere. Kortharige, dunne, oudere of zeer jonge honden krijgen het sneller koud. Pas de tijd dat ze buiten blijven daarop aan. Als jouw hond het leuk vindt om buiten te, overweeg dan om hem uit te rusten met een trui of een hondenjas om hem warm te houden. Onderkoeling en bevriezing vormen grote risico’s voor honden in de winter, dus onthoud, als het te koud voor jou is, is het waarschijnlijk ook te koud voor jouw hond! Mocht het niet goed gaan met je hond en denk je dat het door de kou komt, neem dan contact op met De Klomp Dierenartsen (Ede).
Maak hun poten schoon
Tijdens winterwandelingen kunnen er allerlei giftige chemicaliën aan de poten van jouw blijven zitten, zoals antivries en ontdooiing middelen. Zorg ervoor dat je de poten van jouw hond afveegt wanneer je terugkomt van wandelingen om te voorkomen dat je hond het aflikt en ziek wordt. Wanneer je de poten van jouw hond afveegt, vergeet dan niet om te controleren op tekenen van letsel.
Houd de hond aangelijnd
In de winter raken meer huisdieren verloren dan in andere seizoenen, omdat de sneeuwval herkenbare geur ‘verstopt’ die hen normaal gesproken de weg naar huis zou helpen vinden. Voorkom dat jouw huisdier verloren gaat door hem aan de lijn te houden tijdens wandelingen.
Vermijd ijs
Zorg ervoor dat je bij het uitlaten van jouw hond bevroren meren en vijvers vermijdt. Je hond kan ernstig gewond raken als het ijs breekt.
Onderdak geven
Idealiter zouden alle huisdieren binnen moeten wonen in de winter. Als jouw huisdier voornamelijk buiten woont, breng hem dan bij temperaturen onder het vriespunt naar binnen. Geef ze de rest van de winter een droge, tochtvrije schuilplaats die groot genoeg is om ze comfortabel te laten zitten en liggen, maar klein genoeg om hun lichaamswarmte te behouden.